Apotheek Oldenzaal

Wij staan met veel plezier voor u klaar en helpen u graag verder. U kunt bij ons terecht voor vragen en advies over uw medicijngebruik. Daarnaast maken wij uw medicijnen klaar en controleren of deze medicijnen passen bij uw persoonlijke gezondheidssituatie.

Prins Bernhardstraat 4-1
7573 AM Oldenzaal

Tel: 0541-516515
E-mail: info@apotheekoldenzaal.nl
Contactgegevens voor zorgverleners klik hier

Openingstijden:
Maandag t/m vrijdag: 8.00 - 17.30 uur
Openingstijden rondom feestdagen klik hier

Dinsdag 31 december: 8.00- 16.00 uur
Woensdag 1 januari: gesloten

Buiten onze openingstijden kun je jouw medicatie 24 uur per dag, 7 dagen per week ophalen uit onze uitgifte-automaat.

 

 

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Medische encyclopedie > Klachten zoeken > Klachten overzicht > Blaasontsteking bij kinderen

Inhoud

Blaasontsteking bij kinderen

Wat is blaasontsteking bij kinderen?

Bij een blaasontsteking is de binnenkant van de blaas ontstoken. Dat komt door bacteriën.

Blaasontsteking komt bij kinderen minder vaak voor dan bij volwassenen.

Een blaasontsteking is niet besmettelijk.

Een blaasontsteking komt door bacteriën. Bacteriën komen via de plasbuis in de blaas. Ze gaan aan de binnenkant van de blaas vastzitten. Die gaat ontsteken.

Vaak is het de bacterie die bij iedereen in de darm leeft. Deze zit ook rond de anus (het poepgat) en de plasbuis.

Meisjes krijgen vaker een blaasontsteking dan jongens.

  • Dat komt omdat bij meisjes de uitgang van de plasbuis dichter bij de anus ligt.
  • Ook is de plasbuis van meisjes korter. 
  • Bacteriën kunnen zo makkelijker van de anus naar de plasbuis en de blaas.

Kinderen hebben meer kans op een blaasontsteking bij:

  • weinig drinken. Als uw kind weinig drinkt, plast het weinig. Dat geeft meer kans op blaasontsteking. 
  • verstopping. Als de darm vol poep zit, drukt dat tegen de blaas. Uw kind kan dan de blaas niet leeg plassen.
  • de blaas niet leeg plassen. Als er steeds een beetje plas in de blaas blijft zitten, kunnen hier bacteriën in groeien. Kinderen die de blaas niet leeg plassen, hebben daardoor misschien meer kans op een blaasontsteking.
  • aangeboren problemen van de nieren of blaas. Bijvoorbeeld een te nauwe plasbuis of klepjes in de plasbuis. Dit is vooral bij jonge kinderen een oorzaak van blaasontsteking.

Kan ik er zelf iets tegen doen?

  • Zorg dat uw kind genoeg drinkt. Biedt regelmatig iets te drinken aan.
  • Extra warm aankleden of in bed blijven is niet nodig.

Meer adviezen leest u bij: Hoe voorkom ik een blaasontsteking bij mijn kind. 

Wat kan de apotheker voor mij doen?

Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.

  • Receptcontrole

De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.

  • Overzicht van uw medicijnen

Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.

  • Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners

Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.

  • Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen

Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.

  • Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen

De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.

  • Persoonlijk gesprek over uw medicijnen

Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.

  • Medicatiebeoordeling

Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.

  • Zelfzorg

Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.

  • Bezorgservice

Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.

In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?

Bel altijd dezelfde dag uw huisarts als u denkt aan blaasontsteking bij uw kind. Meestal moet u een potje plas van uw kind opvangen en naar de praktijk brengen voor onderzoek. 

Bij een kind dat al een blaasontsteking heeft:
Bel direct uw huisarts of huisartsenpost als 1 of meer van deze punten klopt:

  • Uw kind krijgt er ook koorts bij (38 graden of hoger). Meet de temperatuur via de anus (poepgat).
  • Uw kind wordt ziek.
  • Uw kind moet overgeven.
  • Uw kind slikt 2 dagen antibiotica en de klachten zijn niet minder.
  • Uw kind krijgt opnieuw koorts nadat hij/zij 1 dag koortsvrij was.

Neem altijd weer verse plas mee voor onderzoek.

Welke medicijnen worden gebruikt bij

Antibacteriële middelen
Antibacteriële middelen werken tegen infecties veroorzaakt door bacteriën, zoals blaasontstekingen. Het is van belang dat de kuur geheel wordt afmaakt.

Afhankelijk van het soort bacterie en de ernst van de ontsteking wordt een bepaald antibacterieel middel voorgeschreven. Voorbeelden zijn nitrofurantoïne, amoxicilline, of co-trimoxazol. In sommige situaties kunnen ook 'reserve'-antibiotica gebruikt worden, zoals ceftriaxon, cefuroxim of ceftibuten. Een 'reserve'-antibioticum wordt pas gebruikt als andere antibiotica niet gebruikt kunnen worden.